Uber chauffeurs hebben gewoon een arbeidsovereenkomst en geen overeenkomst van opdracht
Uber chauffeurs vallen onder CAO Taxivervoer
September 2021
Eendachtig het eerder door de rechtbank Amsterdam in januari 2019 en later bij het hoger beroep daartegen in februari 2021 het Hof Amsterdam bepaalde in de rechtszaken tegen Deliveroo, heeft nu de rechtbank op 13 september 2021 Amsterdam wederom en ook bepaald, maar nu t.o.v. Uber dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst en niet van een overeenkomst van opdracht. Dit waar het betreft de taxichauffeurs die gebruik maken van de Uber app.
Hoe werkt de Uber app?
Taxichauffeurs dienen bij Uber een zogenaamde account aan te maken en dienen in dat kader te voldoen aan door Uber gestelde eisen en voorwaarden, die allemaal geaccepteerd dienen te worden, waarbij er geen mogelijkheid is tot onderhandeling. Deze (regelmatig wijzigende) voorwaarden staan bol van gezag verhoudende (werk)woorden (denk aan dienen, moeten, mogen, u bent verplicht…), waar een eenzijdig karakter vanuit gaat. De ritprijs wordt door Uber in overleg met de passagier bepaald en de chauffeur kan die wel of niet accepteren/weigeren, maar welke weigering wel negatieve consequenties heeft voor de chauffeur (automatisch uitgelogd worden dan wel geblokkeerd worden). De prijs wordt aan Uber betaald en onder aftrek van 25% commissie aan de chauffeur betaald. Indien er achteraf een geschil ontstaat over de ritprijs, dan bepaalt Uber of de passagier gelijk krijgt en krijgt de chauffeur alleen het lagere bedrag. Voorts worden chauffeurs geëvalueerd door passagiers. Gemiddeld genomen verdient een chauffeur met de werkzaamheden € 9,05 per uur. Ter informatie het minimum uurloon bedraagt € 11,19 en het CAO uurloon, waarover zo meer, bedraagt tenminste € 13,19.
CAO Taxivervoer en vordering FNV
Ondernemingen die tegen betaling personen vervoeren met een personenauto, vallen onder de CAO Taxivervoer, welke CAO algemeen verbindend is verklaard (AVV). Welke laatste inhoudt, dat ook werkgevers die geen cao-partij zijn, maar wel vallen onder de bedrijfstak, zich aan de algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen moeten houden en deze op hun werknemers moeten toepassen.
FNV die partij is bij de CAO Taxivervoer, heeft de rechtbank in een bodemprocedure verzocht, op grond van artikel 3 Wet AVV als werknemersorganisatie die partij is bij de CAO in kwestie, naast wat andere vorderingen, om voor recht te verklaren, dat de arbeidsvoorwaarden uit de voornoemde CAO van toepassing zijn, op de mensen doe voor Uber als taxichauffeur werken.
Uber heeft als verweer gevoerd, dat zij slechts een technologie platform aanbiedt en alleen als bemiddelaar aangeduid zou moeten worden en niet als werkgever, waar het betreft de taxichauffeurs. Waar zij stelt een overeenkomst van opdracht (artikel 7:400 e.v. BW) mee te hebben.
Oordeel rechtbank
De rechtbank beantwoordt de hele kwestie langs de weg van het wetsartikel dat gaat over de arbeidsovereenkomst artikel 7:610 BW (De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd (persoonlijk) arbeid te verrichten). En er dus aan drie criteria voldaan dient te worden, 1) moet het werk persoonlijk verricht worden, 2) er dient sprake te zijn van leiding en gezag en 3) er wordt voor de werkzaamheden betaald.
Op grond van eerdere jurisprudentie dient de verhouding tussen partijen voorts te worden uitgelegd op grond van de praktijk (lees hoe feitelijk uitvoering wordt gegeven en wat partijen voor ogen stond) en niet op grond van hoe het op papier verwoord is (zogenaamde wezen gaat voor de schijn).
De taxichauffeurs dienen in casu het werk persoonlijk te verrichten en mogen zich niet laten vervangen. Dit wordt ook door Uber gecontroleerd, middels een zogenaamde selfie, die de chauffeur in kwestie steeds moet nemen. Er wordt voor het werk tevens ook betaald door Uber, waarbij de benaming van het loon en de wijze waarop het wordt uitbetaald niet van belang is. Dan blijft alleen nog het gezag over. De rechtbank oordeelt hierover, dat de eenzijdig opgelegde voorwaarden niet onderhandelbaar zijn voor een chauffeur en niet geweigerd kunnen worden. De laatste ook geen invloed heeft op de ritprijs, er geen sprake is van een vrije onderhandeling tussen chauffeur en passagier, de route voorts door Uber wordt geadviseerd en er van de Uber app een disciplinerende en instruerende werking uitgaat. Uber derhalve de sterkere en bovenliggende partij is de chauffeur de onderliggende zwakkere partij, die beschermd wordt door het kader van het dwingende arbeidsrecht. En dus ook die laatste horde genomen kan worden.
Al met al kan de rechtbank dan ook niet anders oordelen, dat er dus sprake is van een arbeidsovereenkomst en i.i.g. de vordering van het FNV dat Uber de CAO Taxivervoer dient na te leven, dient toe te wijzen. En dus (met terugwerkende kracht) o.a. het CAO uurloon betaald dient te worden. Eerder dit jaar oordeelde de hoogste Engelse rechter in relatie tot Uber overigens al op identieke wijze, waar het betreft de vraag of er sprake was van zelfstandigen. Uber heeft al aangekondigd in hoger beroep te gaan, vraag is even of ze dit gaat helpen. Op verzoek van een van de partijen is deze zaak meervoudig behandeld, d.w.z. dat er meerdere rechters naar gekeken hebben en voor de in de inleiding al aangehaalde Deliveroo mocht hoger beroep ook niet baten.
U bent weer even bijgepraat en mogelijk is er in uw bedrijfstak ook sprake van een algemeen verbindend verklaarde CAO.