Compensatie aan werknemer betaalde transitievergoeding i.g.v. ziekte

Met de trapsgewijze invoering van de WWZ in 2015 is het vroegere duale ontslagstelsel afgeschaft en kan een werkgever vanaf die periode voor bepaalde gronden alleen of bij het UWV terecht of bij de kantonrechter, maar dus niet meer bij beiden. Om de ongelijkheid waar het betreft aan een werknemer te betalen vergoedingen weg te nemen, is bij de invoering van de WWZ bepaald, dat zowel via de weg van het UWV als via de weg van de kantonrechter een zogenaamde transitievergoeding betaald dient te worden. Waar dat voorheen anders was, in die zin dat men via de UWV route geen vergoeding hoefde te betalen.

Die transitievergoeding dient dus nu ook betaald te worden na het verkrijgen van een ontslagvergunning van het UWV a.g.v. een langdurige ziekte na 104 weken (2 jaar). Die spreekwoordelijke (zure) kers op de slagroomtaart, werd door veel werkgevers als zeer onredelijk beschouwd, gezien het feit dat men de zieke werknemer al twee jaar had doorbetaald tijdens ziekte. Een termijn die afgezet tegen termijnen die veel andere landen in de wereld hanteren, al erg lang is.

Werkgevers lieten dan ook in sommige gevallen de dienstverbanden slapend in stand, omdat de verplichting tot het betalen van salaris na 2 jaar toch was vervallen en men door het niet aanvragen van een ontslagvergunning het betalen van een soms hoge transitievergoeding dan voorkwam. Welke werkwijze op zich wel het risico met zich meebracht, dat een werknemer zich op enig moment weer zou kunnen melden, met de mededeling dat deze weer (deels) hersteld was. En de werkgever wel de re-integratieverplichtingen moest continueren en een zieke werknemer moest meetellen bij een afspiegelingsbeginsel op grond van een ontslag om bedrijfseconomische redenen. Allemaal niet bepaald gunstig voor een werkgever.

Werknemers die dit (slapend dienstverband) overkwam hebben in enkele gevallen dat slapend dienstverband aangevochten bij de rechter en verzochten om het krijgen van ontslag. In vrijwel alle gevallen werd het verzoek echter afgewezen en in december 2018 is een dergelijk verzoek pas voor het eerst gehonoreerd door het zogenaamde Scheidsgerecht Gezondheidszorg dat oordeelt over geschillen in de zorgsector. En recentelijk op 28 maart 2019 nu ook door de rechtbank Den Haag.

E.e.a. was echter eerder al door de politiek opgepakt en heeft uiteindelijk vorm gekregen van de uiteindelijke regeling compensatie transitievergoeding, die op 26 februari 2019 is gepubliceerd. En nog vorm krijgt in het aan te passen artikel 7:673e lid 5 BW.

Voornoemde regeling houdt in, dat werkgevers uiterlijk op 30 september 2020 en met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015 (datum trapsgewijze invoering van de WWZ), vanaf 1 april 2020 bij het UWV een verzoek kunnen indienen om betaalde transitievergoeding terug te krijgen.

In het oorspronkelijke wetsvoorstel is opgenomen dat de kosten van de maatregel betaald worden uit een premieverhoging voor alle werkgevers (rechtstreeks uit het Algemeen Werkloosheidsfonds), dus voor een klein gedeelte wel een sigaar uit eigen doos is. De compensatie voor werkgevers wordt gefinancierd door een uniforme premieverhoging. Deze premieverhoging wordt over alle werkgevers omgeslagen en zal daarom beperkt zijn tot een verwachte premiestijging van 0,1%.

De voorwaarden om voor compensatie in aanmerking te komen zijn:

  • de werknemer is ontslagen wegens langdurige ziekte;
  • de werknemer had op grond van de wet recht op een transitievergoeding;
  • de werkgever heeft de transitievergoeding betaald aan de werknemer.

De werkgever dient het voornoemde aan te tonen door:

  • de ontslagvergunning van het UWV of de ontbindingsbeschikking van de rechter;
  • de beëindigingsovereenkomst, als het een ontslag met wederzijds goedvinden was. Uit de beëindigingsovereenkomst moet blijken dat de werknemer is ontslagen wegens langdurige ziekte;
  • gegevens die zijn gebruikt om de hoogte van de transitievergoeding te berekenen. Bijvoorbeeld documenten die aantonen hoe hoog het bruto maandsalaris was en hoe lang het dienstverband heeft geduurd;
  • een bewijs dat de (hele) transitievergoeding is betaald, bijvoorbeeld een bankafschrift.

U heeft dus nog even de tijd, maar dient wel alvast de voornoemde zaken goed te administreren, indien u een beroep op de regeling wenst te gaan doen.