Minimum tarief ZZP-er nieuw leven ingeblazen
Werkgevers kunnen deeltijd WW zelf bepalen
Juni 2021
Social Economische Raad (SER)
De Social Economische Raad (SER) is een adviesorgaan waarin ondernemers, werknemers en onafhankelijke deskundigen (kroonleden) samenwerken, om tot overeenstemming te komen over belangrijke sociaal-economische onderwerpen. De SER adviseert de regering en het parlement over het sociaal-economisch beleid. Hoewel bij wet ingesteld, is de SER geen overheidsinstelling en is zij zowel inhoudelijk als financieel onafhankelijk. De SER wordt namelijk indirect gefinancierd door het bedrijfsleven via het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf). De AWf op haar beurt financiert de WW-uitkeringen van de marktwerkgevers, in de vorm van een laag tarief (2,94 procent) voor vaste dienstverbanden en een hoog tarief (7,94 procent) voor flexibele dienstverbanden.
Ontwerpadvies
De coronacrisis heeft het belang van bepaalde (cruciale) beroepen en vitale sectoren onderstreept. De crisis heeft ook blootgelegd dat sommige van deze sectoren over geringe buffers en veerkracht beschikken. Bovendien werd extra voelbaar dat maatschappelijke sectoren als de zorg, het onderwijs en de veiligheid kampen met (structurele) tekorten aan financiering en personeel. In voornoemd kader heeft de SER de maand een ontwerpadvies gepresenteerd met de titel Zekerheid voor mensen, een wendbare economie en herstel van de samenleving.
Structureel werk op basis van arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
In dat rapport formuleert de SER een aantal uitgangspunten, waaronder het punt, dat structureel werk in principe georganiseerd dient te worden op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Daartoe stelt men een aantal maatregelen voor, zijnde:
- Reguleren van tijdelijke contracten en zogenaamde driehoeksrelaties;
- Stimuleren van duurzame arbeidsrelaties;
- Tegengaan van schijnconstructies en de posities van echte zelfstandigen verbeteren.
Ad 1 Gedurende drie jaar mogen er maximaal drie tijdelijke contracten worden aangegaan (hetgeen nu ook al de regel is in de huidige wettelijke ketenregeling), maar de huidige wettelijke onderbrekingstermijn van zes maanden zou dan komen te vervallen. Waarbij die laatste wel blijft bestaan voor studenten en i.g.v. seizoensarbeid (drie maanden);
De zogenaamde nul-urencontracten zouden als het aan de SER ligt worden afgeschaft (scholieren en studenten weer uitgezonderd) en worden vervangen door een basiscontract met tenminste een voorspelbaar kwartaalurennorm.
De SER stelt voorts voor om uitzendbureaus te verplichten zich te certificeren. Daarnaast wenst men de maximale duur van het Fase A contract uit de uitzend CAO te verkorten van 78 naar 52 weken. Tevens stelt men ook hier voor, evenals bij de wettelijke ketenregeling, om de onderbrekingstermijn van zes maanden te schrappen. En wil men voorts Fase B, zodanig aanpassen, dat er gedurende een termijn van twee jaar maximaal zes contracten gegeven kunnen worden. Daarnaast wil men de wachttijd voor toelating tot het StiPP pensioen van 26 weken laten vervallen.
De SER roept nog een code verantwoord arbeidsmarktgedrag in het leven, om schijnconstructies tegen te gaan, in de vorm van contracting/outsourcing, waarbij de feitelijke gezagsverhouding t.o.v. de uitzendkracht tot de inlener toch blijft bestaan.
Ad 2 Werkgevers zouden als het aan de SER ligt, eenzijdig de arbeidsduur (tijdelijk) met 20% procent mogen verlagen, indien er bedrijfseconomische zijn, die anders tot ontslag zouden leiden. Het loon wordt wel volledig doorbetaald, maar deels bekostigd uit een compensatieregeling van het Rijk (zoals dat nu ook zo is bij de NOW-regeling) en die wel achteraf getoetst wordt.
De arbeidspositie van de zogenaamde 35-minners (mensen die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn) en op dit moment geen arbeidsongeschiktheidsuitkering krijgen, wordt verbeterd. In die z in, dat de grens naar 15% gaat. En na 45 dienstjaren zou een vervroegde uittreding mogelijk moeten zijn, als het aan de SER ligt.
Ad 3 I.p.v .de zelfstandigenaftrek die wordt afgebouwd, komen er fiscale faciliteiten voor zelfstandigen die daadwerkelijk risico lopen met eigen investeringen. Zelfstandigen worden verplicht om zich te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. En het oude plan voor een minimum uurtarief voor ZZP-ers, ligt weer op tafel en is nieuw leven ingeblazen. Dit keer wordt een grens voorgesteld van € 30,- a € 35,- per uur.
Voorlopig is het allemaal nog niet zo ver, maar feit is wel dat ook de werkgevers en bonden hebben ingestemd met het SER advies. Dus gezien de rol van de SER, zal het nieuw te vormen kabinet er toch wel iets mee moeten gaan doen. U bent weer even bijgepraat.