Moet inlener/klant/opdrachtgever facturen volledig betalen indien uitlener/uitzendorganisatie gebruik maakt van NOW regeling?

Op 30 juli 2020 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland een uitspraak in kort geding gedaan, in een door een uitzender (Netstaff)  aangespannen kort geding tegen de inlenende klant. Dit omdat de laatste weigerde de, voor  de ingeleende krachten, verstuurde facturen volledig te betalen, met als argument, dat de uitzender gebruik maakte van de NOW-regeling.

Overwegingen voorzieningenrechter

De voorzieningenrechter heeft de vordering in kort geding vreemd genoeg afgewezen! Waarbij wel zij opgemerkt, dat i.g.v. het vorderen van een geldsom in kort geding (spoed eisend belang benodigd) de noodzaak daartoe aangetoond dient te worden. In casu was niet aangevoerd en onderbouwd, dat de uitzender in grote mate afhankelijk was van het te vorderen bedrag. Het ging voor de goede orde, om een bedrag van iets meer dan € 50.000,- De voorzieningenrechter overwoog, dat ook omdat een bankgarantie was gesteld (er was conservatoir derden beslag gelegd) en de uitzender de uitkering op grond van de NOW-regeling tegemoet kon zien c.q. reeds had ontvangen, er geen spoedeisend belang was. Tot zover een terechte overweging.

Een andere overweging was echter, dat het niet redelijk zou zijn, dat de inlener (Kroftman) de facturen 100% zou moeten betalen (de diensten waren gewoon geleverd en de ingeleende mensen waren aan het werk gebleven bij de inlener). Het argument was dat de uitlener gebruik maakte van de NOW-regeling. Een ons inziens vreemde overweging van deze voorzieningenrechter. Immers de NOW-regeling ziet niet toe op specifieke werknemers. Maar het ziet toe op het compenseren van verlies van de omzet voor in casu de uitlener, omzet die gegeneerd wordt bij meerdere opdrachtgevers. En bij die andere opdrachtgevers was er sprake van een dusdanig omzetverlies, dat gebruik gemaakt kon worden van de NOW-regeling.

De voornoemde overweging van de voorzieningenrechter doortrekkende, zou dat daarnaast betekenen, dat iedere vorm van (loon)subsidie die een uitlener krijgt, zou maken, dat een inlener dan de verleende diensten niet zou hoeven te betalen!

Netstaff gaat ons inziens terecht verder, maar nu in de vorm van een bodemprocedure, om haar recht alsnog te halen. De uitslag daarvan, zal plusminus een jaar op zich laten wachten, maar is het ons inziens waard voor Netstaff.

Verlenging bestaande NOW regeling (NOW 3.0)

De huidige NOW-regeling loopt op 30 september 2020 af zoals bekend. Vanaf 1 oktober 2020 wordt de bestaande regeling echter met drie keer drie maanden verlengd, maar wordt de regeling tegelijkertijd wel versoberd, zo is op 28 augustus 2020 bekend geworden zie deze kamerbrief. Met de verlenging van de NOW steunt het kabinet opnieuw voor langere periode bedrijven en banen die zwaar getroffen zijn, in de vorm van het ter beschikking stellen van een bedrag van € 5,4 miljard. Door het tijdvak van negen maanden, krijgen ondernemers voor een langere periode helderheid, rust en tijd, zo is de overweging van het kabinet En kan een werkgever medewerkers die belangrijke kennis en kunde meebrengen voor het bedrijf behouden. En krijgt men tevens tijd om de organisatie aan te passen aan een veranderde economie.

De versobering van de NOW 3.0 regeling ziet er als volgt uit: De steun wordt, in stappen van steeds drie maanden, geleidelijk afgebouwd door de vergoedingspercentages te laten dalen. In het tijdvak van oktober tot en met december betekent dit dat het maximale vergoedingspercentage 80% wordt. Dat is 10 procentpunt lager dan het maximale vergoedingspercentage in de NOW 2.0. Dit geld steekt het kabinet in scholing en van-werk-naar-werk-trajecten. In het tijdvak van januari tot en met maart bedraagt het vergoedingspercentage 70% en van april tot en met juni 60%.

Tegelijk krijgen werkgevers in deze verlengde NOW-regeling wel meer ruimte om de loonsom aan te passen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de hoogte van de subsidie. Daardoor kunnen ze ervoor zorgen dat hun loonkosten beter aansluiten bij de omzet die ze de komende periode verwachten te halen. Ook dit gaat stapsgewijs. In het eerste tijdvak kunnen bedrijven 10% van de loonsom aanpassen, in het tweede tijdvak 15% en in het derde tijdvak 20%. Het aanpassen van de loonkosten kan door bijvoorbeeld door natuurlijk verloop, door mensen te ontslaan of door werknemers te vragen om een vrijwillig loonoffer. Hiervoor blijven de reguliere regels uit het arbeidsrecht gelden. De extra korting op bedrijfseconomisch ontslag uit de NOW in het tweede noodpakket vervalt. Het minimale omzetverlies om aanspraak te maken op de NOW in het tweede en derde tijdvak, vanaf 1 januari 2021, wordt wel verhoogd van 20% naar 30%.

De verplichting voor werkgevers die NOW aanvragen om hun medewerkers te stimuleren om aan scholing te doen blijft bestaan. Dat geldt ook voor het verbod op uitkeren van dividend en bonusuitkeringen. De vaste opslag voor de werkgeverslasten, zoals vakantiegeld en pensioenpremies, blijft 40%. Het maximaal te vergoeden loon blijft twee maal het maximale dagloon in de eerste twee tijdvakken. In het derde tijdvak wordt dit verlaagd naar maximaal eenmaal het maximum dagloon.

Het UWV streeft ernaar het eerstvolgende aanvraagtijdvak per 16 november 2020 te openen, waarbij een aanvraag ingediend kan worden voor het eerste tijdvak (1 oktober tot en met 31 december). Het tweede tijdvak loopt van 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021 en het derde tijdvak loopt van 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021. Voor elk tijdvak kan een werkgever besluiten om wel of geen aanvraag te doen. Ook als een werkgever geen aanspraak heeft gemaakt op de NOW 1 of de NOW 2 kan de werkgever gebruik maken van de NOW 3.

U bent weer even bijgepraat en weet daarnaast wat de mogelijkheden zijn. Mocht u hulp nodig hebben, dan weet u ons te vinden.